Geschiedenis
Ontstaansgeschiedenis christelijk Sliedrecht
De rivier de Merwede is van grote betekenis geweest voor de ontwikkeling van Sliedrecht: niet alleen in economische zin, maar ook in geestelijk opzicht. Immers kwam via diezelfde rivier de bevolking met het christelijk geloof in aanraking.Zo kwam de nije-leer, zoals deze toen genoemd werd, uit Duitsland en Zwitserland ook in onze streken.
Reeds in 1523 predikte Cornelis Wouterszoon in de omgeving van ons dorp de Lutherse leer. Toch zou deze leer het niet winnen, maar veeleer die van Johannes Calvijn, de reformator uit Genève. Dat kwam doordat Hen¬drik van Brederode, Heer van Vianen, een overtuigd calvinist was en uitsluitend calvinistische predikanten toeliet in zijn gebied, hetgeen grote gevolgen had voor onze omgeving. Er werden in de Alblasserwaard hagenpreken gehouden, die uitliepen op vervolgingen. Zo werd in 1572 Adriaantje Jansd. uit Molenaarsgraaf in Dordrecht verbrand. In Sliedrecht werd in 1566 de kerk van haar beelden ontdaan. In 1582 deed Wilhelmus Lontius als eerste predikant zijn intrede.
De Afscheiding van 1834
In 1816 had koning Willem I de kerkorde afgeschaft en bovendien de gereformeerde belijdenisgeschriften aan de kant gezet. De kerk moest geheel en al staatskerk worden. Willem I, die was opgegroeid in Engeland, had dit systeem daar afgekeken en meende dat ook in ons land de kerk op die manier geregeerd moest worden. Er kwam een Ministerie van Eredienst, maar wat erger was: de prediking in het algemeen was niet meer volgens Gods Woord. Ook zag men de Bijbel niet meer als zodanig.
Op 14 oktober 1834 kwam het in het plaatsje Ulrum in Groningen tot afscheiding onder leiding van ds. H. de Cock. Ds. De Cock heeft deze Afscheiding van de Hervormde kerk nooit als "separatie" beschouwd. Hij stichtte geen nieuwe kerk, maar hij keerde terug naar de aloude Gereformeerde kerk, die geboren was uit de Reformatie. In de "akte van Afscheiding of Wederkering", zoals het door ds. De Cock en de gemeente van Ulrum ondertekende stuk heette, werden ook allen opgeroepen zich met hen te verenigen, die van eenzelfde geest waren.
In Sliedrecht sloeg de beweging van de Afscheiding aanvankelijk niet aan. In het nabijgelegen Giessendam kwamen daarentegen zelfs twee afgescheiden gemeenten tot stand en de eerste afgescheiden Sliedrechters kerkten in een van die gemeenten. Toen het aantal leden in Sliedrecht toenam, kwam het zelfs tot een gecombineerde gemeente: Giessendam-Neder-Hardinxveld-Sliedrecht, waarna op 28 juni 1853 Sliedrecht zelfstandig is geworden als christelijke afgescheiden gemeente. Zij kreeg haar eerste kerkgebouw tegenover de huidige Scheepswerf Baars aan de Rivierdijk. Het kerkje is enige jaren geleden afgebroken.
In 1872 kreeg de gemeente in de Kerkbuurt een nieuw kerkgebouw, dat later koekjesfabriek werd. In 1856 ontving deze gemeente ds. Chr. Steketee als haar eerste predikant.
Naast het ontstaan van een twintigtal Ledeboeriaanse gemeenten ontstonden er zogenaamde vrije gemeenten. Veelal leefde in deze vrije gemeenten eenzelfde gedachtesfeer als in de Ledeboeriaanse gemeenten. Deze vrije gemeenten bleven geheel zelfstandig. Hoogstens was er enig contact met andere vrije gemeenten rondom een bepaalde predikant. Ook in Sliedrecht zou zich zo'n vrije gemeente vestigen, waaruit de Christelijke Gereformeerde Kerk van Sliedrecht-Centrum is voortgekomen. Later is deze naam gewijzigd in Sliedrecht-Beth-El.
De Oud Gereformeerde Gemeente van Sliedrecht
De Vrije Gereformeerde Gemeente, later Oud Gereformeerde Gemeente genoemd, moet omstreeks 1876 gesticht zijn. Dit is bekend geworden omdat van schipper Tijs Volker Flipzoon in dat jaar een stukje grond werd aangekocht, waarop een kerkje gebouwd zou worden voor de Vrije Gereformeerde Gemeente. Dit kerkje stond te Baanhoek, tussen de spoorbrug en Papendrecht, achter perceelnummer 387.
Aanvankelijk moet het een gezelschap geweest zijn, waar ook ledeboeriaanse opvattingen heersten, hetgeen blijkt uit de notulen van de latere Christelijke Gereformeerde Gemeente. We kunnen stellen dat de gemeente gegroeid is vanwege de ontevredenheid over de plaatselijke kerkelijke situatie in die dagen. De mensen die in het kerkje te Baanhoek samenkwamen waren eensgeestes met de mannen van de Nadere Reformatie. Het waren voornamelijk ex-hervormden en afgescheidenen van voor 1892, die behoefte hadden aan bevindelijke prediking, die in Sliedrecht steeds meer gemist werd.
Situatie in de Nederlandse Hervormde kerk
De vrijzinnigheid had in die dagen de overhand in de plaatselijke Nederlandse Hervormde Kerk. De tegenstellingen tussen rechtzinnig en vrijzinnig spitsten zich in de jaren tussen 1880 en 1890 zodanig toe, dat een aantal leden een afzonderlijk gebouw stichtten, waarin zij orthodoxe predikanten uit andere plaatsen lieten voorgaan. De ingebruikname van het zogenoemde Evangelisatie-gebouw vond plaats in november 1890. Dit gebouw is nu ons kerkgebouw in de Kerkbuurt.
Kerkgebouw
Zoals reeds vermeld stond het kerkje te Baanhoek. Jarenlang kon men zien, dat daar een kerkje moet hebben gestaan, maar nu is er niets meer van over. Het was te herkennen aan een boograam. In 1900 werd het kerkje verbouwd tot drie woningen, toen genummerd: Wijk D 561, 563 en 565. Vanaf 1962 werd het gebruikt als pakhuis en vervolgens in 1976 gesloopt. Waarschijnlijk stond de pastorie - voor zover men daarvan kon spreken - voor het kerkje aan de dijk. In de Sliedrechtse volksmond werd het kerkje het 'Chrisdoornkaarksie' genoemd, omdat er nogal wat doornstruiken in de omgeving van het gebouwtje groeiden.
De voorgangers
De eerste voorganger, die aan de gemeente verbonden werd, is Maarten van der Spek, geboren 1 oktober 1822 te Hof van Delft. Waarschijnlijk zijn met de komst van ds. Van der Spek de ambten in de gemeente ingesteld, want op 16 april 1882 werd het eerste kind van de gemeente gedoopt.. Ds. Van der Spek had de gewoonte om bij de behandeling van de Heidelbergse Catechismus de vragen van de betreffende zondagsafdeling door een van de catechisanten te laten beantwoorden. Op 9 augustus 1886 vertrok ds. Van der Spek naar Dirksland.
Na ds. Van der Spek kwam op 1 oktober 1886 de predikant van de Oud Gereformeerde Gemeente van Nieuw Amsterdam, ds. Pieter Broekhuijsen, geboren op 1 februari 1859 te Amersfoort. Ds. Broekhuijsen had nogal wat betrekking op de inmiddels - in 1886 - ontstane dolerende kerken, waarin hij graag predikant wilde worden. Hij zocht dan ook contact met de classis Rotterdam van deze kerkengroep. Omdat ds. Broekhuijsen niet als predikant bij de dolerende kerken werd aanvaard, is er van deze aansluiting niets terechtgekomen. De relatie met de gemeente Sliedrecht werd dan ook verbroken en hij vertrok op 12 november 1892 naar Lekkerkerk.
Op 4 december 1890 kwam oefenaar - wij zouden nu zeggen "lerend ouderling" - Gerrit Jan Wolbers naar Sliedrecht. Hij kwam van Ambt Doetinchem en was geboren op 23 september 1866 te Markelo. Van oefenaar Wolbers is nog iets bijzonders bekend: "Hij had iets eigenaardigs over zich. Menigmaal kon hij zo verdiept zijn in de dingen des Heeren, dat hij vergat waar hij was. Men kreeg de indruk, gelet op de gedurige beweging van zijn lippen, als men hem bespiedde, dat hij onophoudelijk bad. Oefenaar Wolbers vertrok alweer op 9 augustus 1893, naar Ooltgensplaat. Hierna kwam op 28 februari 1894 ds. Johannes van Drunen naar Sliedrecht. Onder deze predikant zou de aansluiting bij de in 1892 voortgezette Christelijke Gereformeerde Kerk plaatsvinden.
Ds. Van Drunen kwam over van de Oud Gereformeerde Gemeente van Ter Aar. Met zijn komst werd de gemeente Sliedrecht betrokken bij het Oud Gereformeerde kerkverband(je). Ds. Van Drunen was op 25 april 1855 te Utrecht geboren. Hij had de bevoegdheid als oefenaar in de dolerende kerken en was als zodanig werkzaam te Noorden (Woerdense Verlaat). In januari 1892 ging hij naar de Oud Gereformeerde Gemeente van Ter Aar, waar hij tot predikant is geordend. Hij verloor hierdoor de bevoegdheid als oefenaar in de dolerende kerken. Blijkens de eerste notulen van de kerkenraad van de Oud Gereformeerde Gemeente van Sliedrecht van 31 maart 1894 presideerde hij voor het eerst de vergadering. Hij werd tevens belast met het scribaat, hetgeen uitkomt in zijn keurig leesbaar handschrift.
Naar de Christelijke Gereformeerde Kerk
Met de komst van ds. J. van Drunen naar Sliedrecht, kwam het kerkverband ter sprake. In de kerkenraadsvergadering van 12 augustus 1894 kwam het onderwerp inzake het bestaande kerkverband voor de derde maal ter sprake. Na rijp beraad besloot men nog diezelfde avond vergadering met de leden te houden om het besluit van de kerkenraad mede te delen, dat zij vereniging wenste te zoeken bij die broeders, die op het beginsel van 1834 stonden. Op vrijdag 21 september 1894 had de officiële aansluiting bij de Christelijke Gereformeerde Kerk plaats. De vergadering waarin dit geschiedde stond onder leiding van de predikanten J. Wisse Czn. en J. Schotel. Ook ouderling P. Roobol van Dordrecht was aanwezig. Zo is de Oud Gereformeerde Gemeente van Sliedrecht in het spoor gekomen van de in 1892 voortgezette Christelijke Gereformeerde Kerk, voortgekomen uit de Afscheiding van 1834.
Tot het jaar 1947: Christelijke Gereformeerde Gemeente van Sliedrecht. De gemeente maakte deel uit van het landelijk kerkgenootschap dat in die dagen genaamd was: Christelijke Gereformeerde Kerk in Nederland. Door de Generale Synode van 1947 werd besloten de naam van het kerkgenootschap te wijzigen in: Christelijke Gereformeerde Kerken in Nederland. De naam van de plaatselijke gemeente werd: Christelijke Gereformeerde Kerk.
De volgende predikanten hebben de gemeente in de achterliggende jaren gediend:
- ds. J. van Drunen (21 september 1894 - 16 mei 1909)
- ds. J.D. Barth (16 oktober 1910 - 30 mei 1915)
- ds. J. Vreugdenhil (20 oktober 1918 - 21 augustus 1921)
- ds. T.A. Bakker (16 september 1923 - 8 februari 1925)
- ds. J.A. Riekel (6 december 1925 - 15 maart 1934)
- ds. C. Smits (26 juni 1934 - 31 mei 1942)
- ds. E. du Marchie van Voorthuysen (19 augustus 1945 - 10 februari 1952)
- ds. C. Smits (6 april 1952 - 24 oktober 1954)
- ds. C. Smits (16 mei 1956 - 9 juni 1969)
- ds. M.C. Tanis (20 augustus 1969 – 1 februari1999)
- ds. J.P. Boiten (30 juni 1995 – 6 juni 2012)
- ds. A. van der Zwan (23 november 2002 – 31-12-2015)
- ds. C.P. de Boer (22 oktober 2016 - heden)